’Filérimos’ die de eenzaamheid opzoekt.
Voor de inwoners van Rhodosstad is de Filerimosberg een geliefd recreatiegebied. Op het 267 meter hoge plateau is het zelfs in de zomer naar verhouding vrij koel en onderweg naar boven hebt u steeds een prachtig uitzicht op de kust. Hier heeft in de Klassieke Oudheid de akropolis van lalyssós gestaan.

U verlaat de stad via de westelijke kustweg en neemt de afslag naar link", in Triánta; de weg wordt aangegeven.
Voor de rit bergopwaarts moet u de tijd nemen, de vele haarspeldbochten maken het onmogelijk hard te rijden. Op slechts 20 minuten van de drukke binnenstad komt u hier in een totaal andere wereld terecht: imposante dennenbomen aan weerszijden van de weg, de geur van kruiden en sjirpende cicaden. Die ene auto of brommer hoort u al van verre aankomen. Filérimos betekent 'vriend der eenzaamheid'. Naar verluidt draagt de berg deze naam al sinds de Middeleeuwen toen zich hier een kluizenaar vestigde.
De gebouwen en ruïnes op de Filérimos stammen uit drie millennia. Het klooster uit de 10e eeuw lijkt liet best bewaard; Italiaanse architecten hebben het voor de Tweede Wereldoorlog op de ruïnes van de oude gebouwen herbouwd. Tussen de arcaden rond de binnenplaats groeit langs de muren weelderige bougainville, het grind is keurig aangeharkt. Het is moeilijk te geloven dat hier al lang geen mens meer woont. Het kerkje van Agios Georgios Chostós is niet direct zichtbaar. Zoals de bijnaam Chostós (begraven, verstopt) al zegt, is het grotendeels in de helling verzonken. De fresco's stellen taferelen uit het leven van Christus voor (waaronder het verraad van Judas, de geseling en de kruisiging), maar ook knielende ridders en het achtarmige kruis van de johannieters. Het kerkje is echter niet altijd geopend.
Helemaal boven op het plateau staan de overblijfselen van een kleine tempel voor Athene uit de 3e en 2e eeuw v.C., een vroegchristelijke basiliek en een paar kapelletjes uit de 15e en 16e eeuw.